“Toen mijn ouders na jaren vol huiselijk geweld zijn gescheiden toen ik negen jaar was stond de volgende ‘papa’ alweer klaar om de leegte in mijn moeder op te vullen. In het begin was het een feestje met deze nieuwe man in mijn moeders leven. We deden leuke activiteiten en er waren geen ruzies. Een verademing na een lange periode van onrust, spanningen en onveiligheid. Het geluk was alleen van korte duur. De karakterverschillen tussen mijn moeder en haar nieuwe liefde werden steeds duidelijker; wat geen probleem hoeft zijn, mits je open en eerlijk met elkaar communiceert én elkaar respecteert. Helaas konden beiden dit niet. Mijn moeder was verbaal véél sterker dan hij; en uit frustratie ging ook deze man haar slaan. In hun huwelijk, dat ongeveer tien jaar heeft geduurd, hebben zich de afschuwelijkste situaties voorgedaan. Mijn stiefvader trok vaak na de eerst klappen de huistelefoon kapot, zodat de politie niet gebeld kon worden. Hij ging dan met het schuim op zijn mond voor de voordeur zitten om mij de weg te versperren. Ondertussen zag ik hoe mijn moeder onder het bloed zat door alle klappen die zij had gekregen.
De politie is vaak geweest, dankzij oplettende buren, maar ging ook altijd onverrichter zaken weer weg, omdat mijn moeder hem keer op keer weer in de armen sloot. Als jong meisje begreep ik daar helemaal niets van en heb ik haar inwendig geregeld vervloekt. Naarmate ik ouder werd, begreep ik dat mijn moeder totaal geen zelfrespect had en dat de overtuiging ‘niets waard te zijn’ sterk in haar verankerd lag. Haar vader sloeg haar als kind al, en door de jaren heen is mijn moeder gaan geloven dat ze niets anders verdiende dan dat.
Ik nam als meisje, met alles wat ik zag aan geweld en verstoorde relaties, al jong het besluit dat mij dit nooit zou overkomen. Ik zou mij nooit laten slaan en geloofde niet dat het ‘erbij hoort’ in de liefde. Bij vriendinnetjes zag ik voorbeelden van hoe het ook kon zijn: hartelijk, warm, begripvol en gezellig. Bovendien had ik, door wat ik had meegemaakt, heel helder mijn grenzen voor ogen. Ik wist precies wat ik wel en niet wilde, waarschijnlijk omdat ik door de omstandigheden zo jong al op mijzelf was aangewezen. Het zorgen voor mijzelf ging mij goed af, en dat gaf me best een trots gevoel.
Waar ik nu, als volwassen vrouw, heel blij mee ben, is dat het mij is gelukt om mijn grenzen te bewaken zonder te verharden. Ik kan liefde geven én ontvangen, en dat maakt mij een dankbaar mens. Ik héb een heftig verleden, daar kan ik niets aan doen, maar ik bén het niet.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten